dinsdag 27 april 2010

Verhalen vertellen

Dinsdagavond, Sellingen. Een groep mensen bij elkaar om te praten over het vertellen van het verhaal van Oost Groningen. Verhalen zijn er genoeg. Wie om zich heen kijkt kan de geschiedenis oprapen: het oude kerkje van Sellingen, het klooster in Ter Apel, Jipsinghuizen. Maar dan de vraag: hoe ga je het verhaal vertellen?

Je kunt proberen zo getrouw mogelijk te zijn. Hoe waren de middeleeuwen in Westerwolde? Dat wil het museum in Ter Apel graag vertellen. Ieder jaar organiseren zij een middeleeuws evenement. Dat doen ze zo getrouw mogelijk. Ze hebben één bezwaar: het gaat over de Middeleeuwen in het algemeen, niet over Westerwolde, en dat zou eigenlijk moeten. We praten over wat ze dan nodig hebben. Er is al een geschiedenis van Westerwolde geschreven. Iemand die goed kan schrijven kan daar verhalen van maken. Dan moeten er nog vrijwilligers komen die ze kunnen vertellen. Daar moet natuurlijk nog aan georganiseerd worden, maar dit is de basis.

Je kunt ook een vertaling maken van het verhaal. Wat raakt je als je het verhaal leest? Wat kan het verhaal betekenen voor mensen van nu? Waar sluit je aan bij hun beleving? Ga je alleen vertellen of ga je ook verbeelden. Een mooi voorbeeld uit Nieuwolda komt naar voren. Kinderen van de basisschool hebben daar interviews gehouden met mensen uit het bejaardenhuis. Daarna zijn ze zelf met het verhaal aan de slag gegaan. Wat hen raakte hebben ze verder uitgewerkt. Ze maakten hun eigen verhalen, maar bijvoorbeeld ook muziek. Het is een mooie voorstelling geworden.

Hier kom je eigenlijk op de grens van cultuureducatie en kunstzinnige verbeelding. Wat ik me zit af te vragen is, kun je getrouw verbeelden? Heeft een kunstzinnige vertaling nog wel met geschiedenis te maken? Of wordt het meer een beleving op basis van een oud verhaal?

Ik zeg niet dat het één beter is dan het ander. Ik keek vroeger graag naar het Zwanenmeer. Daarbij begreep ik best wat er gebeurde. Ik vraag me nu alleen af of dat was omdat ik het verhaal al kende of omdat het zo duidelijk was. Ik denk het eerste.

Als we de geschiedenis willen overbrengen (en dat is mijn taak in het CHC) is een combinatie misschien toch het mooist. Eerst vertellen hoe het was en dan aan de slag met hoe dat voelt. Dan blijft er wellicht het meest van hangen.

woensdag 21 april 2010

Fotoverslag van de excursie langs dijken, sluizen en gemalen

Op 17 mei reed de excursie van Stichting Landschap Oldambt door de zon langs dijken, sluizen en gemalen. Een paar foto's:


De weg naar Nieuwe Statenzijl. Rechts het Stadskantoor.
Monument op de dijk bij Nieuwe Statenzijl.

Het hek naar de dijk moet open....

Zicht op Duitsland.
RTV Blauwe Stad maakt opnames van de excursie: een interview met de excursieleider Helmer van der Wal. In mei is het verslag te zien.
Informatie verzamelen op de dijk.

Termunterzijl

Gemaal Cremer uit 1930. Gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School. Het is een prachtig gebouw.

donderdag 1 april 2010

Bensjen - gedicht van Saul van Messel

Toen mijn vader op sterven lag
jong maar versleten
wat het woensdag die dag
ik zal het nooit vergeten

meester las uit de duinheks voor
de spanning steeg ten top
tot er wreed werd gestoord
door een onverwachte klop

binnen - klonk het hoekig
ik voelde: mij ging het aan
dan zag de klas mijn moeke
op de drempel staan

eerst nog even verstomd
was ik heel gauw al bang
toen zocht ik mijn klompen
in de kille lange gang

voor schoenen nu geen tijd
fluistert moeke in mijn oor
tegen moeten geen respijt
gaat zij mij werktuiglijk voor

bij het hek staat de rebbe
al op mij te wachten
het begin van een wedren
met hogere machten

want in de aloude tred
van ons joodse bestaan
zoekt de mal'ach ha-mawet
een dode op naam

wordt zo'n naam dan geloodst
naar een veilige geul
zoekt de engel des doods
bij een ander zijn heul

zo begrijp ik de rebbe
langs de stille vissersdijk
waar wij buiten adem rennen
als in wedloop met een lijk

in de sjoel in de bosstraat
staan tien vrome joden
in aandachtig beraad
met mystiek en geboden

ik - klein op mijn klompen
zie de rebbe in het boek
naar een plaatsvervanger lonken
voor mijn vader op zoek

mousje - zegt hij zacht
we staan al op straat
maar geen dood sloeg er acht op
we waren te laat

ik weet het aan mijn klompen
die in kinderlijk verwijt
mij in rouw moesten dompelen
door verlies van wat tijd

Nu kan geen sjoel meer die last
van mijn klompen verzoenen
want de kille - vergast -
ging naar polen op schoenen.

Bensjen is het gebed dat in de synagoge werd uitgesproken voor het herstel van een ernstig zieke. De naam van de zieke werd veranderd om de engel des doods (mal'ach ha-mawet) te misleiden. Uit een geopende tora-rol werd de eerste naam gekozen.

De traditie, de geschiedenis en plaatsen uit het Oldambt spelen een belangrijke rol in het werk van Saul van Messel (Jaap Meijer). Op 16 april is er een lezing in het CHC over Saul van Messel door Wout van Bekkum. De lezing begint om 14.30.

Misschien tot dan.