maandag 28 februari 2011

Dag van het compliment

1 Maart is de landelijke dag van het compliment. Dat is een mooie aanleiding voor mij op even stil te staan bij iedereen die van het CHC een compliment verdient. Ik moet dan beginnen bij de vrijwilligers. Ze komen elke week trouw om te zorgen dat het historisch leescafé open kan zijn en de projecten door blijven lopen. Een greep uit wat zij allemaal doen:

Fokko en Eddy, die wekelijks een paar middagen aanschuiven achter de scanner en samen de Beeldbank en de digitale studiezaal vullen. Twee projecten waar ik nauwelijks omkijken naar heb. Ze hebben onlangs met hun ideeën het verzamelen van de fotocollectie weer een nieuwe impuls gegeven. Fokko, Eddy: mijn complimenten!

Miep zorgt iedere week dat wordt vastgelegd wat er over ons en over culturele activiteiten in de krant staat. In de afgelopen jaren heeft ze een behoorlijk bestand opgebouwd. Verder is ze iedere lezing of cursus aanwezig en zorgt ze dat ik zeker kan zijn van goede verzorging van onze gasten met kopjes koffie en thee. Een hele geruststelling voor mij. Miep: mijn complimenten!

Corry zorgt voor onze ICT. In ieder probleem bijt zij zich net zo lang vast tot het is opgelost. En daarnaast is zij mijn steun en toeverlaat bij het project van de Canon. Ik merkte het laatst nog weer eens goed toen je ziek was, Corry. Waar jij allemaal aan denkt: mijn complimenten!

Harry doet het stamboomonderzoek. Door zijn oprechte belangstelling voor het onderzoek van anderen is hij bij uitstek de gastheer voor de genealogen die bij ons onderzoek komen doen. Daarnaast doet hij iedere lezing en cursus de kas. En dat gaat bijzonder secuur, precies wat we nodig hebben. Harry: mijn complimenten!

Jantje heeft al menig document ingetypt en database gemaakt. Herinneringen van vroeger zijn intussen digitaal beschikbaar en overzichten van bouwvergunningen te doorzoeken. Verder is zij degene die het project van de Blauwe Schuit ondersteunt met haar adequate notulen. Jantje: mijn complimenten!

Rob is de ontdekker van onze vrijwilligers. Hij vindt glasnegatieven, een verzameling Groninger gedichten, foto's en verhalen. Zijn interviews vormen de basis van een boek dat we gaan uitbrengen dit jaar en voor boeiende gesprekken tijdens het laatste uurtje van de werkweek op vrijdag. Rob: mijn complimenten!

En dan onze laatste aanwinst: Dik, het kunstzinnig brein van het CHC. Hij is nog niet zo lang bij ons. Maar, zoals hij het zelf zegt: 'in een fluitje van een cent' bedenkt en maakt hij de mooiste dingen. Dat belooft nog veel. Dik: mijn complimenten!

Los van deze vaste vrijwilligers zijn er ook complimenten voor anderen, die tijdelijk met ons meewerken.
Tsjerkje voor het brengen van het idee van de Blauwe Schuit. En voor het aanhoudend enthousiasme hierover. Engel voor het steunen van dit project met onder andere zijn vaardigheden als leraar geschiedenis en contacten bij het Dollardcollege. Bert en Peter voor de betrokkenheid bij de documentaire en de mooie beelden die er tot nu toe zijn gemaakt. En allen voor het samen opbouwen van een mooi, leerzaam en boeiend project.

Wil voor zijn visie op hoe de Canon worden moet in het Oldambt. Voor de uitwerking van de vensters en de vasthoudendheid als het op het resultaat aankomt. Jan Pieter voor alle inbreng uit zijn weergaloze kennis over het Oldambt. En voor alle lezingen en excursies die hij al voor ons gehouden heeft. Alje voor zijn lezingen van de afgelopen jaren en zijn speuren naar archieven die wij zouden kunnen veiligstellen. Nans en Henk voor hun steun aan het CHC, die voortkomt uit een rotsvast geloof dat wij in het Oldambt onmisbaar zijn. En dat is natuurlijk ook zo.

De collega's in de bibliotheek Winschoten, die altijd enthousiast meegenieten van een succesvolle lezing of een tentoonstelling en altijd belangstellend zijn als ik een verhaal te vertellen heb. Ook voor hun steun als het tegen zat en het gemak waarmee samen dingen kunnen organiseren. Jona voor de steun uit Groningen en voor de samenwerking vanaf het begin van het CHC. Matthijs voor de boeiende gesprekken over de toekomst van de cultuurhistorie, die me altijd weer op nieuwe ideeën brengen.

Ik zou zo nog door kunnen gaan over alle mensen die in de afgelopen jaren hun steun hebben gegeven aan het CHC, maar ik laat het hier eerst bij. En dan: volgend jaar is er weer een landelijke complimentendag, dan doe ik dit gewoon nog een keer.

vrijdag 25 februari 2011

Swinging History

Het opbouwen van de apparatuur.
Dit hadden we nog niet eerder gehad in het CHC: een professionele muziekpresentatie. Afgelopen week kreeg ik een mail van Wiebe Klijnstra, één van de sprekers, dat het materiaal op tijd geleverd zou worden. Dat maakte me wel nieuwsgierig. En toen kwamen om 12.00 uur de grote gele koffers met mengpaneel, draaitafel, cd-speler, noem maar op. 
Het is een prachtige, afwisselende presentatie geworden. Wiebe en de andere spreker, Wessel Gernaat, wisselden elkaar af over bands uit het Oldambt. Ze lieten allerlei foto's zien en muziekfragmenten horen. Er was een interview met Eppe Bodde, die uit het publiek werd gehaald. Hij is al jaren actief in de muziek, op alle mogelijke manieren. Nu ging het over de tijd van de jonge bandjes, die voor hem de mooiste tijd van zijn leven was, zo zei hij.

Of dit voor de aanwezigen ook zo was, is niet te zeggen, maar het was duidelijk een wandeling langs memory lane. We gingen langs de discotheken hadden ze bezocht, of zelf opgericht. De bands kenden ze, met nummers en al. Er waren allerlei herinneringen en verhalen over de tijd van de opkomende popmuziek in het Oldambt. Er blijven vragen. Werd er nou wel of geen drugs gebruikt bij Stone Free? Had Galaxy beroemd kunnen worden? En dan de nieuwe lichting, waarvan Wiebe ook nog iets liet horen, gaat die het maken?


We zullen zien. 


Nog een paar foto's van deze mooie middag.
Het begin van de popgeschiedenis: Wiebe vertelt over Janneke Peper
Een kort interview van Wiebe met Eppe Bodde over de geweldige tijd met Nicky en de Jesters
Het publiek. Nu is het even stil, maar velen hadden hun verhalen te vertellen over de tijd dat zij naar de disco gingen, muziek maakten of naar Stone Free gingen.
Een bedankje voor beide sprekers, hier Wessel Gernaat
En dan, het gebruikelijke napraten

woensdag 23 februari 2011

Belasting bij de molen


In januari en februari van 1696 stond Scheemda in de aandacht van de Staten van Stad en Lande. Er was fraude gepleegd bij de Scheemder molen. De belastingambtenaar, in de volksmond de sarrie, had onder één hoedje gespeeld met de bakker, de brouwer en de molenaar. Hoe dat kon, wat een sarrie deed, waar de molen in Scheemda stond en hoe het verder in het Oldambt ging met de korenmolens, komt Bob Poppen vertellen. Hij is kenner van de molens in Groningen vrijwillig molenaar in Uithuizen, bij molen De Liefde. En hij is de spreker bij de volgende 'Beelden bij de thee' op 4 maart.

De sarrie was natuurlijk aangesteld door de provincie om fraude te voorkomen. Hij woonde bij de molen in de sarrieshut. Daar controleerde hij of de reglementen van de Staten werden nageleefd. Zelf moest hij, zoals bleek in Scheemda, ook in de gaten gehouden worden, soms uit het café gehaald. Sarrieshutten waren het doelwit van ontevreden belastingbetalers. Regelmatig moest er het een en ander gerepareerd worden, zo blijkt uit vergaderstukken van de Staten. En dan waren er nog de ruzies met de molenaars. Een bron van verhalen is het, die graanbelasting

Tussen 1594 en 1856 werd de graanbelasting, de belasting op het gemaal, geheven in Groningen. 
Alle archieven over deze belasting zijn door Bob bestudeerd. In 2004 verscheen zijn boek hierover.

Beelden bij de Thee begint om 14.30 en duurt tot ongeveer 16.30. Toegang is 3,50

woensdag 9 februari 2011

Bestuur en de Negentiende eeuw

Aanstaande vrijdag ben ik aan de beurt bij de Wintercursus. De middag heet: 'Wie is hier eigenlijk de baas?'. Het gaat over de bestuursgeschiedenis. Eerst zal Jan van den Broek vertellen over de periode vóór 1795. Hij was in het verleden gemeentearchivaris van Groningen. En Groningen was de baas in het Oldambt. Het ligt voor de hand dat we hem vragen of hij wil vertellen hoe dat in z'n werk ging.

De omslag van 1795 was groter dan ik gedacht had. Ineens moest er, na een grote omslag, een nieuwe vorm gevonden worden voor het bestuur. Dat is het begin van het verhaal dat ik zal vertellen.

Onderweg van Winschoten naar huis, vraag ik mij af in welke wereld ik met mijn verhaal terecht kom. Het Oldambt was zó anders dan het nu is. Ik rijd, bijvoorbeeld, met zicht op een prachtige rode ondergaande zon achter een wat mistige bomenrij, over de A7. De weg ligt er sinds 1990. Daarvoor waren er andere asfaltwegen van Groningen door de dorpen naar de Duitse grens kronkelden. En dáár weer voor waren de wegen van klinkers, puin of zand. En nog weer eerder was de beste weg van water.

Ik ben nu in een half uur van Winschoten in Groningen. Met de trekschuit ging dat iets anders: 7 uur varen was het. Maar er is natuurlijk veel meer. Winschoten was een 'vlek', geen stad. Als je de kaarten bekijkt, zie je eigenlijk een soort lintdorp, net als de andere dorpen in de regio. Nieuweschans was nog een vesting in rond 1800, werd zelfs belegerd door de Franse bevrijders. De waterhuishouding ging met molens. De Dollard kwam nog bijna tot Finsterwolde, waar de garnalenvissers woonden. Er moesten nog 4 polders bij komen om het land zo te maken als het nu is. De boerderijen stonden er nog in oude staat. Pas in de loop van de eeuw zouden de rijke voorgevels komen.

De Negentiende eeuw heeft indrukwekkende veranderingen gebracht in het Oldambt. Dit keer moet ik me beperken tot de komst van een rij aan nieuwe grondwetten, de gemeenten, het kadaster en het stemrecht. Dat ga ik in de toekomst toch nog eens een keer anders doen.