vrijdag 20 mei 2011

Rozen in de Canon

Vanmorgen had ik een gesprek in het Rozenpaviljoen in Winschoten met meneer Leemhuis. Vorige week had ik hem gebeld om zijn hulp bij het maken van de Canon van het Oldambt. We willen een venster hebben over het rosarium. Meneer Leemhuis is jarenlang directeur geweest van een bedrijf dat rozenonderstammen kweekte. In de Veenkoloniën kwamen dit soort bedrijven veel voor. De grond, licht en zanderig, is er heel geschikt voor. De stammen krijgen een heel mooi fijn wortelgestel en zijn een makkelijke basis voor het enten.

In een uur leidt meneer Leemhuis mij langs de kweek van rozen en fruitbomen, langs decennia geschiedenis van brancheorganisaties (1897) en export en het ontstaan van het rosarium. Het blijkt niet zomaar een tuin te zijn. Nee, het maakt deel uit van een drietal proeftuinen. Er is er nog één in Arcen in Limburg en het Westbroekpark in Den Haag is nummer twee. De verspreiding over het land is een bewuste keuze. Er kan mooi getest worden op welke grond en bij welke klimatologische omstandigheden de onderstammen het best groeien.

De bedrijfstak is inmiddels grotendeels verhuisd naar lagelonenlanden. Logisch, legt meneer Leemhuis mij uit. Het kweken van onderstammen is heel arbeidsintensief. Een foto uit Scheemda bewijst dit. We zien een akker met op de achtergrond een typische Oldambtster boerderij. In de akker zit een groep mannen op hun knieen: ze wieden tussen de rozen. Zoveel handwerk is in Nederland onbetaalbaar geworden.

Als we terug lopen naar de parkeerplaats brengt meneer Leemhuis me nog naar de rozenboog die speciaal voor meneer Van Schaik is neergezet. Van Schaik was ambtenaar bij de gemeente Winschoten. Hij heeft zich sterk gemaakt voor de inrichting van het rosarium. Lopend tussen de struiken die op het punt staan om in bloei te schieten, ben ik hem daar dankbaar voor.

1 opmerking:

Gelkinghe zei

Wie zeker ook in de Oldambster canon thuishoort is AJ de Sitter, drost in de jaren 1783 - 1787 en na 1803 nog eens. Hij geldt als auteur van de Tegenwoordige Staat van Stad en lande enschreef ook een wetenschappelijke verhandeling over de venen.
Kijk maar eens in de oud Groninger Encyclopedie van Ter Laan. Niet in de nieuwe, want die prefereert allerlei hedendaagse lichtgewichten en non-valeurs boven mensen die werkelijk van betekenis zijn geweest.