zondag 6 oktober 2013

6 oktober 1913 - Een zwerver wordt opgenomen

Er stappen twee mannen op de trein, de veldwachter Jan Duut en een man die wordt aangeduid als een krankzinnige. Burgemeester Braak van Finsterwolde heeft de veldwachter een reisorder gegeven. Op basis van de wet van 9 april 1875, art. 46 mag Jan Duut gratis gebruik maken van het spoor om zijn reisgenoot naar het Algemeen Provinciaal Stads en Academisch Ziekenhuis in Groningen af te leveren.


De man, Lammert Dieterman, was twee dagen eerder in schijnbaar bewusteloozen toestand gevonden door E. Brouwer, die landbouwer was in de Kerkhovenpolder. Dokter O'Breen uit Woldendorp werd bij de man geroepen. Bij zijn komst vertoonde de[..] zwerver verschijnselen van krankzinnigheid, die [..] echter later beleken zijn gesilmuleerd te zijn geworden. De dokter vond hem eerder hysterisch en brutaal en verdacht hem ervan dat hij door zijn gedrag het medelijden van de mensen op probeerde te wekken. Wel verkeerde de man in een toestand van inanitie, waaraan waarschijnlijk zijn vreemd gedrag is toe te schrijven, volgens de O'Breen.

De dokter in Finsterwolde, D.J. Schönfeld, denkt er anders over. Hij vindt geestvermogens van Lammert Dieterman zoodanig gekrenkt, dat hij in een inrichting moet worden opgenomen. De krankzinnigheid van de Lammert uit zich volgens Schönfeld in naakt lopen, vernielingen, het weigeren van voedsel en het uitslaan van wartaal.

Burgemeester Braak heeft besloten om de dorpsdokter te geloven en het vervoer van Lammert naar Groningen geregeld. De vraag is waarom hij dat deed. Het gedrag van Lammert kan heel goed gesimuleerd zijn, zoals O'Breen vermoedde. Gelooft Braak echt dat hij met een krankzinnige te maken heeft, of wil hij een lastige zwerver kwijt?

Een belangrijke bron is het schrijnende verslag van Jan Duut. Hij heeft samen met Brigadier-Commandant Pieter Kort onderzoek gedaan naar de situatie van Dieterman.

Lammert was geboren in Midwolda in 1886. Hij had daar, volgens het verslag, gewoond tot hij in 1899 was vertrokken. Hij had opgegeven dat hij naar Finsterwolde ging, maar daar had hij geen adres. Landbouwer Brouwer had hem, nadat hij hem had laten onderzoeken door de dokter, naar zijn broer Harm Dieterman in Ganzedijk gebracht. Hij vertelde dat hij hem (zo schrijven Jan Duut en Piet Kort) in hulpbehoevenden toestand achter zijn woning in de Kerkhovenpolder te hebben gevonden; 
dat hij [..] hem echter niet te zijnent kon houden vanwege zijn lastige gedrag; 
dat [..] Harm Dieterman zijn benoemden broer maar bij zich moet houden volgen zeggen van dien Brouwer tot den daarop volgenden dag en hem alsdan maar de straat op moest sturen; 
dat hij, Brouwer, 5 dezer persoonlyk bij hem, Harm Dieterman, zoude komen om zich van den toestand te vergewissen;
dat Brouwer aan de belofte niet had voldaan en Lammert Dieterman de echtgenoote van hem, Harm Dieterman, had willen mishandelen en zijn vader reeds met een lat had mishandeld tengevoleg waarvan deze een bloedende wonde aan het hoofd had bekomen;

De familie was bang geworden en had hem opgesloten in een schapenstal die met een dik touw was afgesloten aan de buitenkant. De stal bood geen beschutting bij slecht weer en was bevuild met mest. Dieterman droeg haveloze, vieze kleren en uitte allerlei bedreigingen aan zijn omgeving. Op vragen die Jan Duut en Piet Kort stelden gaf hij de zotste antwoorden en hy sloeg als een woesteling van zich. Op verzoek van de familie, die bang en overspannen waren, namen Duut en Kort de boze man mee naar de kazerne. Daar kwam dokter Schönfeld, die de krankzinnigheid vaststelde.

Lammert is veilig onder dak, maar de burgemeester heeft nog veel te regelen. (wordt vervolgd)


Geen opmerkingen: