woensdag 14 december 2011

Landbouwindustrie

Drie bijeenkomsten waren het: over suiker, aardappelmeel en (stro)karton. Drie keer een vergelijking tussen het oude en het nieuwe productieproces. Zo had ik het bedacht. Museumbezoek, oude bedrijfsfilms en dan in de moderne fabriek kijken. Dan zou wel duidelijk worden hoe snel ontwikkelingen gaan. Dat klopt, maar er was ook meer.


Filmzaal in het Veenkoloniaal Museum

De fabrieken hebben op allerlei manieren invloed gehad op de aanleverbedrijven. Alle bedrijfsfilms tonen hoe belangrijk het aan het begin van de 20e eeuw werd om te besparen op arbeidskracht. Eerst zien we mensen op hun knieen door het land kruipen om onkruid te wieden. Wat moet dat zwaar geweest zijn, dan zien we eenvoudige machines en het eindigt met halve fabrieken die over het land rijden in oogsttijd. Tijdens de suikerfilm vertelt een van de aanwezigen dat hij als student nog bieten gestoken heeft. Als het loof naar dezelfde kant en dan in één keer afhakken.

Een trotse W.A. Scholten. Hij begon als winkeljongen en bij zijn overlijden (1890) had hij een vermogen van 392 miljoen. De Groninger droom

Binnen de fabriek is de computer niet meer weg te denken.... en in de plaats gekomen van arbeiders die vroeger heel belangrijk waren. Waar vroeger 10 arbeiders waren, zijn er nu nog drie. De verbetering van het proces gaat altijd door. En, tot mijn verrassing, processen komen terug. Hendrik Hachmer van het Veenkoloniaal Museum vertelde in zijn verhaal over de industrieel W.A. Scholten dat al in de jaren 20 kunststof (en dan biologisch afbreekbaar) kon worden gemaakt van aardappelmeel. Het museum heeft nog een paar objecten in bezit. De aardappelmeel heeft het afgelegd tegen de lobby van de petrochemische industrie. Jammer, maar wie weet is de tijd nu rijp.


Allemaal gemaakt met aardappelmeel


Van de laatste bijeenkomst schreef een van de deelnemers een verslag:

Op 9 december 2011 heb ik deelgenomen aan excursie onderdeel 3, strokarton, van het C.H.C. Oldambt. Vanaf het Veenkoloniaal Museum Veendam vertrokken we met Oldtimer bus Elleke, van het Nationaal Busmuseum, richting Bad Nieuweschans. Geen bus vol want de fabriek kon maximaal 16 bezoekers ontvangen. Heel logisch gezien de veiligheidseisen.

De bus van het Nationaal Busmuseum

We werden hartelijk ontvangen in “Het Slingerland” (de vergaderzaal genoemd naar de eerste, niet landbouwer zijnde, directeur) door Plant Manager Wim Bos en de ploegleiders Stoffer Boer en Wim Dreijer. Na een voorstel rondje werd een aantal dia’s getoond van het productie proces.


Smurfit Kappa Solid Board, producent en leverancier van massief karton voor de grafische markt, foodverpakkingen en voor speciale toepassingen, produceert grijskarton in vellen en op rollen voor de kartonnagebedrijven. Het concern telt vier divisies en heeft wereldwijd een omzet van 7 miljard Euro met ruim 40.000 werknemers.De divisie Solid Board heeft 5 locaties t.w. in Bad Nieuweschans, Coevorden, Oude Pekela, Hoogkerk en Wrexen (Duitsland). Van deze divisie bedraagt de productie 550.000 ton karton op jaarbasis. De productie in Bad Nieuweschans bedraagt ca. 160.000 ton per jaar.


Sinds 1976 bestaat de grondstof alleen uit oud papier zoals karton, kranten, archief enz. waarvan in een wisselende samenstelling grijskarton wordt gemaakt. Een bakje koffie en een koek zorgden er voor dat we fris konden beginnen aan een excursie door de fabriek. Aangekleed in oranje jas, met helm, veiligheidsschoenen en oordopjes gingen we opgesplitst in 3 groepen eerst naar de dit jaar in gebruik genomen energiecentrale (een warmte krachtkoppeling op gas) die het totale bedrijf van energie en stoom voorziet. De waterzuivering er naast zorgt tegenwoordig voor een gesloten circuit zodat er nauwelijks water geloosd wordt op de Westerwoldse Aa.
Kolkend oud papier

In de grote opslaghal van de grondstof oud papier, los en in balen, zien we hoe, in de voorbereiding, het oud papier in een grote kuip met water met geweld wordt gemalen en daarna wordt geschoond van allerlei rotzooi zoals draad, plastic, nietjes en ander vuil.Vanuit een voorraad kuip wordt deze geschoonde pulp via zeven rondzeven op de 335 cm. brede machine gebracht, elke rondzeef brengt één laagje stof aan.


Via het satineerwerk en droogcilinders wordt veel water aan de stof onttrokken. Onderweg kan het karton worden voorzien van plakpapier in diverse kleuren. Aan het eind van de machine bevat het karton nog ca. 8% vocht. Dan worden de formaten ingesteld en wordt het karton volledig geautomatiseerd door een snijsectie in vellen gesneden op alle bedenkbare maten. Aan het eind van de machine kan ook overgeschakeld worden i.p.v. vellen, op rollen karton, die dan via een omrolmachine klankhard worden omgewikkeld. Tenslotte wordt in de nabewerking het karton op pallets gewogen en in plastic verpakt. En gaat het via een ondergronds transportsysteem naar de expeditiehal die aan de andere kant van de straat ligt.

Terug in “Het Slingerland” pellen we ons uit en bedanken we de rondleiders voor de uitstekende uitleg en gaan wij terug naar de basis in Veendam. Terug in het Veenkoloniaal Museum krijgen we een kleurenfilm uit 1974 te zien over de fabricage van strokarton bij “De Kroon” in Oude Pekela en kunnen we in de tentoonstellingszaal de daar opgestelde mini productiebaan bekijken.


Zeer interessesant omdat je op deze manier heel duidelijk het verschil in productieproces kunt zien tussen de fabricage van karton van stro en oud papier.

Al met al een interessante excursie voor jong en oud. Heel bijzonder, zeker voor een oud werknemer, als je nooit meer in de fabriek bent geweest. Het C.H.C., met name Marianne Kruijswijk, bedankt dat ze dit mogelijk heeft gemaakt. Ik hoop dat de fabriek het ook mooi vond en dat ze hun best willen doen dit vaker mogelijk te maken.De belangstelling uit Bad Nieuweschans is er zeker.


Een deelnemer.

Met dank aan Leader, Provincie Groningen, Gemeente Oldambt, het Prins Bernard Cultuurfonds en het Scholten Kammingafonds, die samen we Maand van de Toekomst mogelijk maakten.

Marianne



donderdag 1 december 2011

Online cursus genealogie

Op het blog van het Loket voor lief en leed staat een aankondiging voor een online cursus voor genealogisch onderzoek. De cursus wordt aan geboden door de Open Universiteit. In tien blokken komen allerlei bronnen voorbij die nuttig kunnen zijn voor het stamboomonderzoek. Voor de hand liggen natuurlijk de geboorte-, huwelijks- en overlijdensaktes. Maar de cursus gaat ook in op bronnen die wat minder bekend zijn, zoals de rechterlijke archieven, archieven van notarissen en belastingregistratie. Neem eens een kijkje, wie weet inspireert het tot onderzoek.