Ik had het eerder al beloofd: ik zou vertellen over de excursie 'langs de randen van de Dollard'. De dagen vooraf waren spannend. Niet omdat er iets niet geregeld was, maar om wat je niet kunt regelen: het weer. Er was een regenfront voorspeld met windstoten en andere narigheid. Uiteraard adviseren wij deelnemers in een brief om een paraplu mee te nemen en stevige schoenen aan te doen. Maar ja, als het stormt helpen paraplu's meestal maar kort tegen de regen.
Het viel allemaal gelukkig erg mee. Een paar druppels in Eexta, waar we uitstapten om de oude pastorie te zien. En in Termunten, de tweede uitstapplaats, een prachtige zon. Het was prachtig om te zien. We kwamen aanrijden vanaf Woldendorp. Vanaf de weg zie je de kerk (zie de foto) hoog boven de huizen staan. De zon scheen als een spotlight op de kerk. Mooier kan het haast niet.
De kerken alleen vertellen al een groot deel van het verhaal van het landschap. Veel kerken in het Oldambt zijn veel groter geweest. Waarschijnlijk waren ze allemaal zo groot en indrukwekkend als de kerk in Noordbroek. Toen de Dollard steeds meer land opslokte, gingen mensen weg. Dan wordt de kerk te groot. Aan de kerken in Termunten en Finsterwolde is nog duidelijk te zien dat er delen zijn afgebroken.
Andere kerken zijn verplaatst. Door de herhaalde inslagen van de Dollard werden dorpen bedreigd. De dorpelingen kozen ervoor om de huizen te verplaatsen. De kerk bleef eerst staan op de oude plek. Je breekt immers niet zo maar de plek af waar je voorouders liggen begraven? Pas als het echt niet anders kon, werd de kerk afgebroken en in het nieuwe dorp weer opgebouwd. Midwolda en Scheemda hadden zo'n kerk. Midwolda's kerk was enorm groot. Op oude kaarten wordt de kerk met vier torens wordt afgebeeld. De Midwolders hebben lang gewacht met de verplaatsing. Uiteindelijk was dat niet meer houdbaar. De kerk werd herbouwd op de hoogste plek in het nieuw dorp Midwolda.
Dan is er nog het verhaal van de nieuwe kerken. Aan het einde van de 16e eeuw begonnen de eerste inpolderingen van het kwelderland dat door de Dollard was gevormd. Het nieuwe land moest bewerkt worden. In de loop van de tijd kwamen er steeds meer polders bij. Daardoor kwam het werk op het land steeds verder van huis te liggen. De arbeiders bouwden een nieuwe nederzetting. Nieuw Beerta, Nieuw Scheemda en Nieuwolda zijn daar voorbeelden van. De afstand van het nieuwe dorp naar het oude was vaak zo groot dat kerkgang wel heel tijdrovend werd. De nieuwe dorpen wilden een eigen kerk. De oude dorpen waren daar tegen. Ze zouden minder inkomsten hebben als een deel van de kerk zijn eigen weg ging. Zo kreeg het Oldambt zijn heel eigen kerkstrijd. Uiteindelijk was de ontwikkeling niet te stuiten en kregen de nieuwe dorpen natuurlijk hun eigen kerken.
Er is nog veel meer verteld door Jan Pieter Koers tijdens de excursie. Dijken, inklinkende polders, kolken en opgravingen zijn voorbij gekomen. Ik laat het hier eerst bij. Wat ik afgelopen zaterdag geleerd heb gebruik ik vast nog wel een keer in één van mijn verhalen.
1 opmerking:
ik was mee op deze tocht en heb genoten. Helemaal nieuw voor mij was de weem van Eexta. Een echte ontdekking en fantastisch om bezocht te hebben
Een reactie posten