Woensdag waren de opnames voor de uitzending van Teleac waar ik al een tijdje mee bezig ben. In het voormalig gemeentehuis van Bellingwolde mocht ik vertellen over een toch wel droevige familiegeschiedenis. Het is een verhaal van de armoede in de negentiende eeuw.
In december 1863 moet een dagloner in Bellingwolde naar het Burgerlijk Armbestuur. Freerk is 46 jaar, hij is getrouwd met Geertruida, die 14 jaar jonger is dan hij. Ze hebben samen drie kinderen, Elisabeth, Jan en Fre. Freerk krijgt een uitkering van 2 gulden in de week omdat Geertruida ziek is. Een paar maanden later bevalt zij van haar jongste zoon, Willem.
In de winter van 1864 doet Freerk opnieuw een beroep op het Armbestuur. Dit keer is hij zelf ernstig ziek. Hij krijgt opnieuw 2 gulden in de week en het Armbestuur schakelt een arts in.
De armbestuurders van gemeente Wedde krijgen bericht over dit besluit. Freerk is geboren in Blijham. Hij heeft dus domicilie van onderstand in gemeente Wedde. Het is maar de vraag of de arts ooit bij Freerk geweest is. Een paar dagen na het besluit van het Armbestuur overlijdt Freerk. We hoeven maar een bladzij om te slaan in het besluitenboek om dit te zien. De twee gulden per week gaan nu naar Geertuida, weduwe met vier kinderen.
Uit het brievenboek van het Armbestuur blijkt hoe uitzichtloos de situatie is. Jaar in jaar uit verschijnt de naam van Geertruida. Zij heeft domicilie van onderstand in Beerta. Ieder jaar krijgt die gemeente een declaratie voor haar. In de zomer kan ze zichzelf redden door op het land te werken. In de winter, als er geen werk is, komt ze al snel in de problemen.
Vrouwen verdienden minder dan mannen in die tijd. Daarmee is niet gezegd dat dat nu niet meer zo is, maar dat is een ander verhaal. De samenleving was opgebouwd uit gezinnen met de man als hoofd daarvan. Een vrouw hoefde niet zoveel te verdienen, dat deed de man wel. Helaas werd deze redenering niet aangepast als er geen man (meer) was.
In de loop van de tijd krijgt Geertruida steeds minder geld van het Armbestuur. De oudste dochter Elisabeth zal waarschijnlijk op jonge leeftijd uit huis zijn gegaan om als dienstmeisje te gaan werken. Een paar jaar later zal Fre haar voorbeeld gevolgd hebben. Geertruida krijgt niet meer dan ze beslist nodig heeft.
Het bevolkingsregister vertelt nog het verhaal van Jan, de oudste zoon van Freerk en Geertruida. In december 1864, als Freerk overlijdt, is hij 8 jaar oud. Drie maanden na het overlijden wordt Jan uitgeschreven. Hij gaat naar Wedde om bij zijn oom, de oudste broer van Geertruida, te gaan wonen. Deze Willem Houwen is hoofdonderwijzer in Wedde. Hij en zijn vrouw hebben zelf geen kinderen. Willem blijft de rest van zijn kindertijd in Wedde. Eerst bij zijn oom Willem en later bij de vader van zijn tante. Hij is nooit meer bij zijn moeder komen wonen.
Het is een triest verhaal, zeker voor iemand die weet dat hij afstamt van Geertruida, Freerk en Willem.
In september zendt Teleac de opnames uit, ik laat nog wel weten wanneer precies.
1 opmerking:
Gefeliciteerd! Dat is een mooi resultaat! Misschien kan je ze wel in je blog embedden? Zou leuk zijn!
Een reactie posten