Twee van mijn beste vrienden stammen van voor de Tweede Wereldoorlog. Zij vertellen mij soms hoe treurig zij soms worden als ze door Nederland rijden met de auto. Er is zoveel veranderd. Veel meer huizen, wegen, bruggen, bedrijventerreinen. Ik ontkom niet aan het vreselijke begrip verrommeling, hoewel verstopping misschien beter is in deze context. Het lijkt of Nederland dichtslibt met gebouwen en ander beton.
Ik moest aan mijn vrienden denken toen ik rond reed door het Oldambt voor de Open Monumentendag. Het graan is binnen gehaald en het land weer omgeploegd. Ook het koolzaad van Tjarks vader is weg. Het Oldambt is misschien een van de laatste open plekken met wijds uitzicht. Daar genoot ik vooral van toen ik een kopje thee dronk met Cees bij Museumgemaal De Hoogte in Nieuwolda.
Daar zat ik naast Cees op een bankje, mijn kopje thee in de hand, Cees' hondje aan mijn voeten. Voor ons een klein stukje terras, een schelpenpaadje, het wuivende riet en dan het vlakke land. In de verte het lint van Midwolda en hier en daar een boerderij met een wal van bomen. De zon scheen en de wind blies door het riet. Een tractor voor ons ploegde de het land om. Rechts van ons was het Termunterzijldiep, het water waar het gemaal op loost. Het is een van de mooiste plekjes in het Oldambt, daar in Nieuwolda.Ik denk dat dit is wat mijn vrienden vroeger veel zagen, wat zij missen als ze rondrijden.
Na mijn derde kopje thee moest ik echt verder. Ik moet mijn vrienden maar snel eens uitnodigen om te komen kijken. Het zal een geruststelling zijn dat het ergens in Nederland nog zo is als het vroeger was.
Dat is iets om zuinig op te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten