Het college besluit Gedeputeerde Staten mede te deelen, dat het dezerzijds wenschelijk wordt geacht, dat aan één der daarbij bedoelde verzoeken wordt voldaan en dat voor deze gemeente vooral geprefereerd wordt de stichting van zoodanige school te Delfzijl, waarvan dan een ruim gebruik door kinderen uit deze gemeenten verwacht wordt.
Een paar maanden later, op 11 juli, ligt er een verzoek van het gemeentebestuur van Appingedam. Hun vraag is of Nieuwolda een jaarlijkse bijdrage wil betalen voor de HBS die daar wordt gesticht. Maar dat is het College niet van plan.
Was de eerste brief, die aan het ministerie, niet meer dan mooie woorden? Dat is de vraag. Het gemeentebestuur zag een HBS wel zitten, maar dan bij voorkeur in Delfzijl, dat vanuit Nieuwolda te bereiken was met de trein. De NOLS reed van Zwolle naar Delfzijl, via Nieuwolda. Kinderen konden dus wel makkelijk in Delfzijl komen, maar niet in Appingedam. Het is dus een logische afwijzing. Het bestuur had misschien in hun eerste brief iets duidelijker kunnen zijn.
Uiteindelijk heeft het niet veel uitgemaakt dat Nieuwolda niet mee wilde betalen, want een HBSer is ondanks dat toch gekomen in Appingedam.
Bron: Archief van het gemeentebestuur van Nieuwolda 1811-1989 inv.nr.19
ill: 4-0047 Station nieuwolda in aanbouw 1908
Geen opmerkingen:
Een reactie posten