woensdag 17 oktober 2012

Het mannenkoor en Bernardus Bollegraaf

Mijn verhaal over het opzeggen van het lidmaatschap aan twee joodse leden van het Mannenkoor, heb ik toegestuurd aan twee kenners van de joodse geschiedenis in Groningen: Els Boon en Han Lettinck. Zij zijn de schrijvers van het indrukwekkende boek  De joodse gemeenschap in Winschoten en omstreken. Hun reactie bevat zoveel interessante informatie, dat ik die hier graag met iedereen deel.

B. Bollegraaf was Bernardus Bollegraaf. Hij werd op 22 oktober 1888 in Winschoten geboren en stierf in Auschwitz op 17 september 1943. Bernardus en zijn vrouw staan niet op de oorspronkelijke deportatielijst van de joden uit Winschoten. In Hoogezand, waar zijn vrouw (die ook zijn nicht was) vandaan kwam, staat vermeld dat zij vanuit Hoogezand in 1942 met onbekende bestemming vertrok. Dit was vaak een eufemisme (ambtelijke term) voor de deportatie. Misschien heeft het paar nog een tijdje in Hoogezand gewoond, maar dat is niet helemaal duidelijk.

Bernadus en zijn vrouw, Betje de Beer trouwden in 1911 in Hoogezand. Hij was lid van een echte lompenhadelaarsfamilie. Hij had zelf ook zo'n bedrijf en zijn vrouw kende de branche goed. Hun dochter Saartje trouwde met een naaimachinehandelaar, Abraham Slager.

Het is aardig om te weten dat Bernardus uit een muzikale familie kwam. Zijn neefje Jaap, zoon van zijn broer Heiman, was een verdienstelijk pianist in Winschoten. Zijn dochter speelde mee in het orkest van Benjamin Slager, Beikie Slagers Schlagers.

In zijn brief schrijft Bernardus dat hij hoopt dat het snel voorbij zal zijn. Misschien sloot hij zijn ogen voor de werkelijkheid, misschien wilde hij niemand voor het hoofd stoten. Dat blijft gissen. Hij moet geweten hebben hoe het er in Duitsland aan toe ging. Familie van hem was in de jaren dertig naar Nederland gevlucht. Ze zullen hem verteld hebben was ze hadden doorstaan. Hoop is een wonderlijk ding.

En dan nog meneer Dijkmeijer. De schrijfsters vertellen me dat op 25 september 1941 de Cultuurkamer is opgericht. Misschien moest het koor daar verplicht lid van worden. Misschien leidde dit tot onenigheid in het koor en werd het hem, na het wegsturen van twee joodse leden, allemaal te veel. We moeten afwachten wat het archief van het mannenkoor hier nog over te vertellen heeft.

Geen opmerkingen: